top of page

Wat hebben de rijke hoteleigenaar en de arme bedelares gemeen? Een achterkleindochter!

De rijke hoteleigenaar, de graanhandelaar, de kommisionaris, de overleefster hebben allemaal een zaak gemeen, ze leefden naast elkaar en hebben samen één afstammeling.


Soms kom je in je genealogisch opzoekingswerk onverwachte verbanden of associaties tegen. Voorouders die toevallig naast elkaar hebben gewoond. Of de éne die rijk was en de andeschrijft de lotgevallen van voorouders die ogenschijnlijk hun eigen leven leidden, maar door het toeval toch op één of andere manier verbonden raakten en één gemeenschappelijke deler hebben, een afstammeling.


De rijke hoteleigenaar

Jozef Loos was eigenaar van Hotel Grand Laboureur schuin tegenover het Koninklijk Paleis op de Meir in Antwerpen; geërfd van zijn vader die het in de 18de eeuw had gekocht. Het was een beroemd hotel, keizer Joseph II had er nog geslapen. Jozef huwde tweemaal en had 13 kinderen. Het gezin was zo rijk dat de meeste kinderen konden rentenieren.

Jozef Loos overleed op 69-jarige leeftijd t.g.v. een fistel in zijn hotel waar hij nog altijd werkte.

Zijn jongste zoon Charles nam het hotel over en verkocht het om ook te kunnen rentenieren. Het werd afgebroken in 1852 om plaats te maken voor het huidige gebouw op de hoek van de Meir 23 en de Gramayestraat. Een andere zoon, Jan Frans, zag zijn toekomst niet in het hotel.


Het contrast was groot, de rijken en renteniers woonden om en rond de Meir, ten oosten van de as Boterrui-Suikerrui-Oude Koornmarkt-Kammenstraat. Ten zuiden van die as was er de vierde wijk, met zijn talloze steegjes en gangen zonder riolen en waterleiding, zowat de meest onhygiënische plek van Antwerpen en bevolkt door de armsten van de stad. Eén van die steegjes, de Boeksteeg, liep dwars door de 4de wijk en werd vernietigd door de aanleg van de Nationalestraat.

Figuur 1: Hotel Grand Laboureur op de Meir in Antwerpen. Archief Rijksuniversiteit Gent.

Figuur 2: Een Antwerpse gang (Bijlegang aan de Bredestraat). Felixarchief: 1065#7.


De rijke graanhandelaar

Jan Frans, zoon van Jozef, werd gedoopt in de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal op 13 april 1793. Hij groeide op in het hotel van zijn vader maar zag zijn toekomst ergens anders. Hij werd graanhandelaar en vestigde zich aan de Brouwersvliet, toen nog een echte vliet omringd door brouwerijen, afnemers van heel veel graan. Hij trouwde in 1817 met Therese Somers die echter 2 jaar later stierf. In 1820 trouwde hij met haar zus Anne Somers. In 1826 verhuisden ze naar Leuven. Ze nestelden zich in het statige Villerscollege aan de Vaartstraat 24, waar nu het rijksarchief en het vredegerecht zijn. Het voormalige universiteitsgebouw was toen in handen van particulieren. Het echtpaar kreeg 12 kinderen, 7 zonen, 5 dochters, 6 geboren in Antwerpen en 6 in Leuven. Anne Somers stierf in 1847, 50 jaar oud.

Jan Frans was een belangrijk man, koopman, voorzitter van de Kamer van Koophandel te Leuven, vice-consul van Zweden en Noorwegen en Ridder van de Leopoldsorde.

Hij stierf aan hepatitis op 68-jarige leeftijd, bij zijn zonen in Antwerpen.


Eén van zijn dochters, Jeannette Loos, geboren in 1822 te Antwerpen, liep In Leuven Charles Crombecq tegen het lijf, een kommissionaris.


De kommissionaris

Charles Crombecq , geboren in Leuven in 1817, was een telg van een Leuvense familie van leerlooiers. Zijn betovergrootvader Louis Crombecq was een Gentse militair die in Leuven bleef wonen. Louis trouwde met Jeanne Marie Vander Buecken, telg van een voornaam Leuvens geslacht met voorouders tot bij Hendrik I, hertog van Brabant. Met haar kreeg hij 16 kinderen waarvan een aantal belangrijke functies zouden bekleden. Charles’ vader Egide zou zorgen voor alle naamdragende afstammelingen in België.

Charles was een kommissionaries, een handelaar, hij kocht en verkocht goederen en verdiende aan procenten en commissielonen. In 1850 trouwde hij met Jeanette Loos. Drie jaar later verhuisde het gezin naar Antwerpen en woonden onder meer aan de Katelijnevest 19. Zij kregen 3 kinderen, de twee oudste geboren in Leuven, Albert, de jongste in Antwerpen. Charles kampte met psychische problemen en werd opgenomen in de psychiatrische instelling ‘Maison de Santé’, in Ukkel, door de inwoners ‘het zothuis’ genoemd. Hij stierf er op 26 maart 1861, 43 jaar oud. Jeannette bleef achter met 3 kinderen van 5, 8 en 10 jaar. Jeannette bracht haar kinderen groot en overleefde haar man nog 37 jaar. Ze overleed in 1898, 75 jaar oud.

Charles Crombecq heeft een broer Willem die van Leuven naar Vilvoorde verhuisd was en dan een beetje uit het zicht verdween. Diens zoon, Joseph, dook op in de Antwerpse stegen.


De overlevers

Joseph Crombecq, zoon van Willem, broer van Charles Crombecq, werd geboren in 1847 te Vilvoorde. Hij trouwde met Elisabeth Clerx in 1870 en ze gingen samenwonen in de Wisselstraat in Antwerpen, achter het stadhuis, waar Elisabeth beviel van een dochter. Toen waren dat nog krotten die pas in de 20ste eeuw werden afgebroken. Nog geen 400 meter verder, in de Katelijnevest 19, woonde toen, in een chique huis, tante Jeannette Loos, de weduwe van Charles Crombecq, de nonkel van Joseph. Vermoedelijk wisten beiden niet eens dat ze zo dicht bij elkaar woonden.

In 1873 verhuisde het gezin even naar Brussel waar Elisabeth beviel van haar tweede dochter.

Tot Joseph besliste om in het Luikse industriebekken werk te zoeken. Hij trok in 1875 naar Bressoux nabij Luik en zou daar gedomicilieerd blijven tot 1886.

De zwangere Elisabeth verhuisde met haar dochters van 2 en 4 jaar opnieuw naar de krottenwijken van Antwerpen en verzeilde in de Boeksteeg 36 waar ze in 1875 beviel van haar derde dochter Catharina. Haar tweede dochter bezweek er aan de kinkhoest, een paar dagen voor haar 4de verjaardag. Later trok Elisabeth terug bij haar ouders in en kwam ze aan de kost door mutsen te maken. In 1880 werd Elisabeth opnieuw zwanger van een zoon die twee jaar later stierf door stuipen. Joseph trok na Luik naar Brussel, Parijs en opnieuw Brussel om uiteindelijk in 1890, kort voor zijn overlijden, terug bij zijn echtgenote en zijn twee overlevende dochters te gaan wonen in Provinciestraat 196 in Antwerpen.

Een 40-tal huizen verder in dezelfde straat, zouden 30 jaar later zijn achterneven Raymond en Jos Crombecq, kleinkinderen van Charles de kommissionnaris, een juwelenfabriek oprichten.

Joseph was wel gedomicilieerd in Antwerpen maar woonde en werkte op het einde van zijn leven in de haven van Rijsel, aan het bassin van de Basse Deûle. Hij stierf er in een huisje aan de havenkaai op 31 december 1890 om 8 uur ‘s morgens, 43 jaar oud.


Toen Elisabeth in de Boeksteeg 36 woonde, waar ze beviel van haar dochter Catharina, woonde naast hen, in Boeksteeg 32, Anna Francisca Spinoy met haar dochter Cecilia. Ongetwijfeld hebben ze elkaar ontmoet, ze zullen nooit gedacht hebben om ook nog verwant te worden.


De overleefster

Anna Francisca Spinoy was thuis in Londerzeel weggelopen of weggejaagd omdat ze ongehuwd zwanger raakte. Ze trok naar Antwerpen en bedelde haar voedsel bijeen. Bedelen was streng verboden in Antwerpen en ze werd opgepakt en opgesloten in het bedelaarsgesticht van Hoogstraten. Waar ze beviel van een zoon. Na haar ‘heropvoeding’ trok ze terug naar Antwerpen en werd opnieuw zwanger. Ze kon wel snel een man aan de haak slaan en trouwde hem. Ze beviel van dochter Cecilia en trok met haar gezin door de gangen en steegjes van het Sint-Andrieskwartier. Zo woonde ze ook een tijdje in de Boeksteeg 38 op het moment dat naast haar Elisabeth Clerx met haar dochters woonde. Mogelijk had ze de geboorte van Elisabeth’s dochter Catharina zelf meegemaakt. Anna Francisca verhuisde 40 keer van de ene gang naar de andere steeg, overleefde de cholera-epidemie van 1866 die in het kwartier ronddwaalde en stierf uiteindelijk op 70-jarige leeftijd aan een longontsteking. Dochter Cecilia trouwde met Jan Baptist Van den Bossche.


De familiegeschiedenis

Het zijn allemaal puzzelstukjes van een deel van de familiegeschiedenis. De achter-achterkleinzoon van Charles Crombecq en Jeanne Loos is de schrijver van dit verhaal. Zoon Karel trouwde met Ilse Van den Bossche, achter-achterkleindochter van Cecilia Spinoy. Kleindochter Floortje bracht alle puzzelstukjes samen tot een verwonderend geheel.


Peter Crombecq

29 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page