top of page

Hoe 2 weeskinderen in de 19de eeuw hun plan trokken

Twee tienerjongens werden wees in Brussel. Hoe overleef je zoiets?

De twee zochten werk, overal waar er maar werk te vinden was; dit woog wel op het familiale leven, voor zover dat er al was.


Voorname afkomst

Joseph Crombecq, geboren in 1811, was een telg van een voornaam Leuvens geslacht. Zijn vader Egide was een leerlooier en de familie met 10 kinderen woonden in een herenhuis genaamd ‘Sylvius’ in de Vaartstraat. Joseph werd leraar en kreeg een job in Vilvoorde waar hij Maria Sterckx leerde kennen. Ze werd zwanger en beviel van zoon Joseph jr. in 1847. Twee maanden later huwden ze en twee jaar later werd zoon Gaspard geboren.

De familie woonde in de Vissersstraat te Vilvoorde, was welgesteld en had een inwonende meid.

Tot het noodlot meermaals toesloeg.


Twee wezen overleefden in Brussel

Joseph senior stierf 3 weken na de geboorte van zijn tweede zoon. Het inkomen en de status van de familie viel weg en Maria Sterckx zag zich genoodzaakt om met haar 2 peuters te gaan samenwonen met haar ongetrouwde broer en zus. Toen de kinderen 12 en 14 jaar waren verhuisden ze naar de Karperbrug in Brussel. Op zoek naar een beter leven. Drie jaar later stierf ook Maria, de kinderen waren toen 15 en 17 jaar oud.

De wezen bleven er nog wonen en werden vermoedelijk en beetje opgevangen door de andere families die ook in het huis woonden. Tot ze 21 jaar waren, dan vertrokken ze.


De ontheemde broers op zoek naar werk

Joseph jr. trok in 1870 naar Antwerpen, leerde er de Nederlandse Elisabeth Clerx kennen en trouwde met haar. Ze woonden in de Wisselstraat, achter het stadhuis. Dochtertje Gerardina werd er een jaar later geboren. In januari 1872 kwam zijn broer Gaspard bij hem inwonen. Niet voor lang want in november van datzelfde jaar, verhuisde Gaspard naar het Luikse industriebekken, meer precies naar de randgemeente Bressoux. Broer Joseph jr. was intussen met vrouw en dochter ook al verhuisd naar Brussel, op zoek naar werk. Joseph jr. was een allrounder, hij was boekbinder, slotenmaker, werkman/arbeider, huisschilder, …

In Brussel kreeg het gezin er nog een dochtertje bij, Maria Josepha. In 1975 nam het gezin een belangrijke beslissing, Joseph jr. zou zijn broer vervoegen in Bressoux om daar te werken en Elisabeth zou terugkeren naar Antwerpen, waar ook haar ouders, broers en zussen woonden. Zij kwam terecht in de Boeksteeg, in de vierde wijk, de krottenbuurt van Antwerpen. Dochter Maria Josepha stierf er maar ze beviel er ook van een dochtertje Catharina. Ze kwam aan de kost als mutsenmaakster. Na een paar jaar trok ze in bij haar ouders, een paar straten verder.

Haar man Joseph jr., die gezegd had naar Bressoux te gaan, had echter andere plannen.


Waar was er werk?

Gaspard was het werk in Bressoux beu en emigreerde in 1881 naar Zuid-Afrika. Daar leerde hij Sara Barnard kennen en trouwde met haar. Gaspard werd er Kromberg genoemd, dus, als er afstammelingen met die naam zijn, het origineel is Crombecq ;-).

Joseph jr. domicilieerde zich in 1875 in Bressoux, en bleef er gedomicilieerd tot 1886, maar was iets anders van plan. Hij trok naar Harderwijk in Nederland en werd militair in dienst van het Nederlandse leger. Hij tekende een contract van 6 jaar bij de koloniale troepen en trok met de stoomschip Princes Amalia naar Oost-Indië[1]. Daar werd hij twee jaar later bevorderd tot korporaal en ontving het ‘Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven’. Joseph sukkelde echter met zijn gezondheid. Zo lezen we in het extract uit zijn militair stamboek: “Is behept met slepende oorvloed op het rechteroor”[2]. Hij werd afgekeurd ‘voor den dienst ten velde’ en werd soldaat-schrijver.

Nationaal Archief van Nederland, Militairen Nederlands-Indië (KNIL) 1815-1950: onderofficieren en soldaten, stamnummer 19349, Extract uit het Stamboek; referentie 2.10.50.02 doos 309 extract 2458.

Op 11 juli 1879 werd hij definitief afgekeurd ‘wegens voortdurende ongeschiktheid voor alle militaire diensten, niet ontstaan in en door den dienst’. Joseph kwam met stoomschip Celebes aan in Amsterdam op 27 november 1879. Joseph jr. was 1m67 groot, had een ovaal gezicht met een hoog voorhoofd, bruin haar en wenkbrauwen, bruine ogen, een gewone neus en een ronde kin. En geen tatoeages of andere merkbare kenmerken, zo lezen we in zijn persoonsbeschrijving ;-). Hij keerde terug naar Antwerpen bij zijn vrouw en schoonouders. Samen kregen ze dat jaar nog een zoon, Peter, die echter 2 jaar later overleed.

In 1886 kon Joseph het in Antwerpen niet meer houden en trok achtereenvolgens zonder zijn gezin naar Brussel, Parijs, terug naar Brussel om uiteindelijk, in juni 1890, terug bij zijn vrouw Elisabeth te gaan wonen, inmiddels in de Provinciestraat. Lang duurde het sprookje niet want deze keer had hij zijn blik geworpen op Rijsel. Dat was een slechte beslissing.


De Avenue du Peuple Belge

Joseph jr. stierf in de haven van Rijsel. In een klein huisje, op de Quai de la Basse Deûle.

Hij overleed op oudejaarsdag om 8 uur ’s morgens, ver van huis, ver van zijn familie. Hij was 43 jaar.

Het Bassin de la Basse Deûle werd later gedempt en er werd een prachtig park op aangelegd. De kaai waar Joseph jr. stierf werd herdoopt in ‘Avenue du Peuple Belge’, niet ter ere van hem, maar het is mooi om te denken dat ‘le petit Belge’ Joseph overleden is op ‘une grande avenue’ genoemd naar ‘le peuple Belge’.


Cafébazin Elisabeth

Elisabeth Clerx en haar twee dochters van 15 en 19 stonden er terug alleen voor, niet dat het onbekend terrein was. Ze verhuisden naar de Dambruggestraat en Elisabeth baatte er een café uit. Zij bracht haar dochters groot, die trouwden en dochter Gerardina zorgde voor een uitgebreid nageslacht. Elisabeth hertrouwde nog op latere leeftijd.

Zij overleed 79 jaar oud.


Epiloog

Het verhaal heeft nog een paar vraagtekens. Aan wat is Joseph senior op 38-jarige leeftijd gestorven? Hij verbleef tijdelijk ook en alleen in de Ridderstraat 7 te Vilvoorde, was dat een school? Een ziekenhuis?

Zijn broer Charles stierf ook jong in een psychiatrisch centrum. Een familieprobleem?

Maria Sterckx stierf ook jong. Wat is haar overkomen?

Een overlijdensregister met doodsoorzaak zoals in Antwerpen zou een antwoord kunnen geven.


Algemene beschouwing

Het blijft toch heel opmerkelijk dat achter een droge stamboom - met voorouders en afstammelingen die geboren worden, trouwen en sterven - vaak bijzondere verhalen verscholen zitten. En die verhalen zijn nooit af, de familiegeschiedenis geeft nooit alle geheimen prijs.


Peter Crombecq


Disclaimer: het verhaal werd gereconstrueerd op basis van een aantal bronnen. Ik ben me ervan bewust dat nieuwe informatie uit andere bronnen het verhaal kunnen aanvullen, nuanceren of aanleiding kunnen geven tot andere inzichten.


[1] Nationaal Archief van Nederland, Militairen Nederlands-Indië (KNIL) 1815-1950: onderofficieren en soldaten, stamnummer 19349, https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.10.50/invnr/%401~1.2~87-331~87-317A~184 [2] Nationaal Archief van Nederland, Militairen Nederlands-Indië (KNIL) 1815-1950: onderofficieren en soldaten, stamnummer 19349, Extract uit het Stamboek, https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.10.50.02/invnr/309/file/NL-HaNA_2.10.50.02_309_0247?query=

36 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page